Sint-Maarten of Keuveltjesavond (westelijk West-Friesland) is een echte Westfriese traditie. Op de elfde van de elfde trekken kinderen met lampions langs de huizen, zingen daar een lied en halen snoep op. C. Rootselaar maakte dit schilderij in 1952 in Wervershoof. (J. Raat, Heiloo)
De volgende morgen lag dit vol met geschenken en lekkernijen. De verschillen tussen arm en rijk waren echter groot. Zo ontstond in de jaren na 1880 in Kolhorn de traditie dat de welbedeelde schooljeugd op 6 december met traktaties en geschenken naar de gezinnen ging waar Sinterklaas niet was geweest. 's Morgens waren de schoolbanken dan ook alleen maar door de armere kinderen bezet.
Luilak en pinksterbloem
Met Pinksteren werd in vrijwel alle Westfriese dorpen feest gevierd. Tot de jaren dertig van deze eeuw waren de ‘pinksterbloemen’ nog een normale verschijning: het waren veelal jonge meisjes die op eerste pinksterdag alleen of groepsgewijs langs de deuren gingen. Ze waren getooid met bloemen in het haar, droegen een bloemenmandje en hun jurk was versierd met bloemslingers. Ze zongen aan de deuren om zoveel mogelijk snoep in ontvangst te nemen.
Niet overal in Nederland wordt Sinterklaas op 5 december gevierd. Koedijk namelijk bezoeken Sint en Zwarte Piet pas op 31 december. Dit uitgestelde Sinterklaasfeest is bekend als het Gouden Engelfeest. Deze foto werd omstreeks 1935 gemaakt voor het Raadhuis van het dorp. (HVK)
Luilak, een meer baldadig onderdeel van het pinksterfeest, vond de zaterdag voor Pinksteren plaats. Vroeg in de morgen maakten de kinderen een hels kabaal om de langslapers te wekken.
Voor de iets oudere jeugd was Luilak aanleiding om grote vuren te maken en een spoor van vernielingen aan te richten. Daarom werd in Hoorn in 1949 besloten Luilak door de Hoornse Jeugdraad te laten organiseren. Er werden wedstrijden uitgeschreven, waarbij een verklede groep kinderen een prijs kon winnen. Op zaterdag 4 juni werd, volgens plan, om half vijf 's morgens op de Rode Steen door meer dan duizend schoolkinderen kabaal gemaakt. Daarna kregen zij een zogenaamde luilakbol als lekkernij. Door de bemoeienis van de jeugdraad en de scholen verminderde bij de jongeren de interesse voor dit feest. Geheel verdwenen is Luilak nog niet in West-Friesland, maar de baldadige elementen zijn in de jaren vijftig grotendeels ‘weggeorganiseerd’.
Tram gestremd door rellen
In Hoorn was het omstreeks 1900 al jaren de gewoonte van de jeugd om een week na de Hoornse kermis gedurende vijf dagen Sint-Maarten te eren. Dit jeugdfeest werd in 1908 ernstig verstoord door jongelui die zich misdroegen. Vuurwerk werd her en der op straat gegooid. De tram moest zelfs haar staken door de wanordelijkheden.
Burgemeester De Joncheere besloot tot een samenscholingsverbod voor meer dan vijf personen. Het bleef onrustig in de stad. Twee relschoppers werden opgepakt en moesten voor twee maanden de gevangenis in.
Een week lang Sint-Maarten
Ook de viering van Sint-Maarten ging oorspronkelijk in heel West-Friesland gepaard met de nodige baldadigheid. Zo werd in 1671 door het stadsbestuur van Hoogwoud en Aartswoud verordonneerd: ‘dat niemant, tsij jongh ofte oudt, hem sal vervorderen op de wegen te baackeren (vuren maken), met ketelen ofte ijets op de wegen te verbranden, mitsgaders met eenige lichten op Sinte Maerten langhs de straeten te loopen.’