Enkhuizen mist bijna de boot
Het station Grootebroek-Bovenkarspel in 1928. Bij de aanleg van de spoorlijn Hoorn-Enkhuizen in 1885 had het gemeentebestuur van Grootebroek erop aangedrongen dat het station Bovenkarspel een dubbele naam zou krijgen, omdat het vervoer van de tuinbouwproducten per spoor uit Grootebroek van groot belang was. Dit station is gesloopt. Op dezelfde plaats werd in 1965 een nieuw station geopend. (Martin Reus, Grootebroek)
Een tweede belangrijke lijn voor West-Friesland was de Noordhollandsch-Friesche Spoorweg van Amsterdam via Hoorn naar Leeuwarden. Twee comités waren hierbij betrokken. Een van deze twee stond onder leiding van burgemeester C. Bloem van Beets en pleitte in 1871 voor een lijn die na Hoorn zou afbuigen naar Medemblik, waarna een boot de passagiers naar Hindeloopen zou verschepen.
Van daaruit kon de reiziger weer per trein naar Leeuwarden. Jammer voor Medemblik, maar gelukkig voor Enkhuizen ging dit plan niet door. Een nieuwe wet bepaalde in 1875 dat de spoorlijn na Hoorn Enkhuizen zou aandoen met aansluitend een particuliere bootverbinding met Staveren. Het tracé Zaandam-Purmerend-Hoorn werd geopend op 20 mei 1884, het baanvak Hoorn-Enkhuizen op 5 juni 1885.
De bootverbinding over de Zuiderzee kwam in handen van de laagste inschrijver, de Alkmaarse reder C. Bosman. Tot 1915 werd de verbinding onderhouden met raderstoomschepen, daarna met grote witte salonboten. De schepen vertrokken in Enkhuizen vanaf de Bosmankade aan de nieuw aangelegde spoorweghaven tegenover het station. Van hier uit hebben in de loop der jaren miljoenen reizigers de oversteek naar Friesland gemaakt.
In 1929 vond er in Westwoud een spoorwegongeval plaats. Een zware stoomlocomotief met dertig wagons volgeladen met bloemkool ontspoorde. De locomotief kwam in de berm tot stilstand en tien wagons waren geheel vernield. (G. Stapel, Hoogkarspel)
Voor het goederenvervoer was een vrachtschip beschikbaar, dat gezelschap kreeg van drie stoomponten van de H.IJ.S.M. Daarop konden dertien spoorwagons worden gereden. Deze werden dan in één ruk over de Zuiderzee naar Friesland vervoerd. Na een piek tijdens de Eerste Wereldoorlog hielden de stoomponten het vol tot 1936; het geregelde personenvervoer bleef tot 1963 bestaan. Momenteel vaart alleen in de zomermaanden een drukbezochte boot op en neer tussen Staveren en Enkhuizen. Medemblik, dat vergeleken met Enkhuizen er nogal bekaaid was afgekomen, kreeg in 1887 als pleister op de wonde een lokaalspoorlijn met Hoorn. Dit lijntje is sinds 1972 in exploitatie bij de ‘Stoomtram Hoorn-Medemblik’. Hekkensluiter van het Westfriese spoornet werd de lijn Hoorn-Alkmaar, waarvan de realisering in 1898 vooral te danken was aan de activiteiten van de Alkmaarse rederij Bosman. Daarmee was een aaneensluitende verbinding van Alkmaar met Friesland tot stand gekomen.
Kloeten
Een verhaal apart vormt het verkeer in en rond de twee grote vaarpolders die West‑Friesland rijk was: Het Grootslag in het oosten en het Rijk der Duizend Eilanden in het Geestmerambacht.