Met hun talloze sloten en dwarsslootjes boden deze polders boeren en tuinders de mogelijkheid per platte schuit of koolvlet al kloetend hun land te bereiken en via brede tochtsloten hun producten zelf naar de markten te brengen. De Andijkers waren gewoon via de Wijzend naar de markt van Hoorn te trekken en via de Tocht naar Enkhuizen. Ook vrachtvaarders volgden deze routes. De vrachtschuit van Andijk op Hoorn vertrok rond 1900 om twee uur in de nacht. Al zeilend ging de reis via Hoogkarspel en Westwoud naar de Bangert en Zwaag. Daar werd het schip via het Bangerter Rad over de weg ‘gehaald’ om via de Koewijzend Hoorn te bereiken. Op gedeelten waar vanwege de vele bruggen niet te zeilen viel, moest de lijn worden gebruikt. Vrouwen of jongens moesten trekken, de schipper stuurde. Ook trekhonden werden op het jaagpad ingezet: een teef voorop, een reu vijf meter daarachter. 's Nachts om twaalf uur was de schipper terug in Andijk.
In 1899 werd in Enkhuizen de eerste stoompont in gebruik genomen. Een stoompont was een stoomschip voorzien van rails, waarop wagons konden worden geplaatst. Het vee- en goederenvervoer vanuit Enkhuizen naar Stavoren nam hierdoor enorm toe. In 1913 waren er drie ponten in de vaart en werden circa 33.000 wagons overgebracht. (AWG)
Vee werd over de weg naar de veemarkten gedreven of, als de afstanden te groot waren, getransporteerd via trein en tram. Op diverse stations in West-Friesland werd levend vee ingeladen voor de markten van Hoorn, Purmerend, Alkmaar en Schagen. Daarnaast benutten de groentetelers in De Streek de spoorverbindingen om hun producten richting Amsterdam te krijgen. Dat gebeurde in Hoogkarspel via de vaarveiling ‘De Eendracht’ die in 1898 pal tegenover het station aan de overzijde van de Wijzend was gebouwd. Verschillende laad- en los sporen liepen naar het veilingterrein. In de loop van zeventig jaar zijn hier duizenden wagons geladen met groente. Een soortgelijke aanblik bood het station Bovenkarspel/Grootebroek met de veiling ‘De Tuinbouw’ van 1892. In 1936 werd van hier uit over enkel spoor evenveel ton aan goederen vervoerd als vanaf de stations Zaandam en Alkmaar.
Angst voor de stoomtram
Sterker nog dan de trein sprak de tram tot de verbeelding; die kwam door de kleinste dorpen. Ook hier waren het de vermogende burgers en rijke boeren die de plannen ontwierpen, soms tegen de zin van de meerderheid der bevolking.
In 1913 werd door een aantal tuinbouwverenigingen de veilingvereniging De Noordermarktbond opgericht. Onder leiding van de heer Brugman uit Noord-Scharwoude werden plannen opgesteld voor de aanleg van een spoorlijn en een gezamenlijke veiling. Twee jaar later werd een 2500 meter lange zijspoorlijn geopend, die vanaf het station Noord-Scharwoude aan de spoorlijn Alkmaar-Den Helder leidde naar de plaats waar de veiling van de Noordermarktbond was gebouwd. Deze zijlijn diende uitsluitend voor het vervoer van kool en aardappelen. (C. Modder, Aartswoud)