De verarming van de Republiek na 1700 betekende de sloop van vele korenmolens. De molen te Aartswoud verdween in 1762; in Schagen en Barsingerhorn werden in 1758 twee van de vier molens afgebroken. Enkhuizen telde omstreeks 1630 acht korenmolens. Dat aantal verminderde toen de bevolking afnam. Met de teruggang tot 5000 inwoners in 1840 waren vrijwel alle korenmolens in Enkhuizen verdwenen. Al in 1688 werden twee molens gesloopt en in 1713 en 1719 volgden er weer twee. Dit laatste gebeurde op kosten van de overige molenaars die zo hun eigen inkomen wilden veilig stellen. Het bleef echter slecht gaan in de branche. In 1739 klaagden bakkers erover dat de Zuidermolen en De Hoop traag en slecht maalden. Eigenaar Jan Karseboom zei: ‘Ik maal om geld en niet om glorie.’
Aris Bouwens was één van de vele bakkers in Langedijk. In 1900 waren veertig bakkers gevestigd aan de zeven kilometer lange Dorpsstraat. Een vetpot was het niet. Veel bakkers hadden daarom nog een stukje land, waarop zij tuinbouwproducten verbouwden. (SLV)
Eigen munt
Voor handel is geld nodig. De munten voor de Republiek werden in Dordrecht geslagen, maar door de oorlog met Spanje kon West-Friesland er moeilijk over beschikken. Hoorn sloeg in 1584 zelf een zilveren rijksdaalder om de handel met het Oostzeegebied op gang te houden. In 1586 besloten Hoorn, Enkhuizen en Medemblik een eigen Westfriese munt te slaan. Alkmaar werd daarbij buitenspel gezet, wat de rivaliteit met Hoorn versterkte.
Foto van de Coöperatieve broodbakkerij De Tijdgeest te Winkel die in 1904 was opgericht. Behalve brood werden er kruidenierswaren en brandstof uitgevent in Winkel, Nieuwe Niedorp, Aartswoud, Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek. (A. Wit, Nieuwe Niedorp)
Na 1600 haalde Alkmaar Hoorn in als grootste marktstad van West-Friesland, omdat ze gunstiger was gelegen ten opzichte van de drooggemaakte polders de Beemster (1612), de Purmer (1622) en de Schermer (1630). Hoorn probeerde de toegang tot de nieuwe polders te verbeteren en wilde in 1618 in Avenhorn de overtoom vervangen door een schutsluis. De dorpen Avenhorn, Berkhout, Grosthuizen en Scharwoude protesteerden echter omdat ze vreesden voor wateroverlast door de sluis. De sluis kwam er niet, ook doordat Alkmaar een deel van de proceskosten van de dorpen betaalde.
Dode steden
De economie van West-Friesland stagneerde na ongeveer 1700 nog meer. Haringvisserij en scheepvaart liepen terug, terwijl vele toeleverende bedrijven hun poorten sloten.
In Hoogkarspel was de Banket & Wafelbakkerij S.K.S. gevestigd. Deze was in de jaren '20 van de 20ste eeuw opgericht. De letters stonden voor de oprichters: Schild, Kwast en Scholten. Het bedrijf is in de loop der tijd groot gegroeid en kreeg ook een vestiging in Andijk. In 1986 nam S.K.S. de Hoornse concurrent Wigmans en Schouten uit Hoorn over. Maar ook S.K.S. bestaat inmiddels niet meer. (M. Dekker, Bovenkarspel