Redactie en samenstelling: Ed Dekker, Herman Lambooij, Herman Lansdaal, Jaap Raat, Ruud Roodhorst en Peter Sasburg.
Bijschriften: Daan Meijer.
Tekst: Katja Bossaers.
Met dank aan De Boer Tenten B.V.

Begin oktober 1573 trokken zich donkere wolken samen boven West-Friesland. Het Spaanse leger had beleg geslagen voor Alkmaar en de vloot bereidde zich voor op een treffen met de watergeuzen op de Zuiderzee. De nog jonge vrijheidsstrijd van de Nederlandse gewesten Holland en Zeeland, bekend als ‘De Opstand’, dreigde te mislukken. Maar in enkele dagen tijd keerde het tij en de Westfriezen speelden hierin een belangrijke rol.
Het platteland rondom Alkmaar werd onder water gezet, waardoor de Spanjaarden het beleg moesten opgeven en zich terugtrokken. Enkele dagen later brachten de Westfriese en Waterlandse schepen de Spaanse vloot op de Zuiderzee een beslissende nederlaag toe. Dit treffen, in de buurt van Hoorn, staat bekend als de Slag op de Zuiderzee. De Opstand was gelukt; Holland en West-Friesland waren vrij.
De oorsprong van de zogenoemde Friese vrijheid ligt in de vroege Middeleeuwen. Friesland was vanouds de benaming voor het gebied tussen Wezer en Schelde. De Friese vrijheid hield onder meer in dat de Friezen de vrijheid hadden bepaalde belastingen niet te hoeven betalen, de dienstplicht niet te vervullen en geen kastelen en vreemde soldaten in hun gebied toe te laten.

In 1873 vierden de Alkmaarders de victorie van 1573.In 1873 vierden de Alkmaarders de victorie van 1573, toen de Spanjaarden gedwongen waren het beleg van de stad op te geven. Naar aanleiding van deze grootse herdenking verscheen de prent in de Franse krant Le Monde Illustré.
In het midden zien we koning Willem III die de eerste steen legt van een monument. Linksboven worden saluutschoten afgevuurd; rechtsboven de receptie van de koning; linksonder de optocht bij het stadhuis en rechtsonder de feestelijk verlichte grachten van Alkmaar. (RAA)

Plundertochten

Op de ontgonnen venen waren vrije boerensamenlevingen ontstaan waar het grafelijk gezag een geringe rol speelde. De Friese boeren waren veetelers en handelaars die zich niet willoos tot horigheid lieten dwingen. De graven van Holland daarentegen meenden dat zij reeds in de tiende eeuw het gehele grondgebied van Friesland, inclusief West-Friesland, in leen hadden gekregen in ruil voor militaire steun aan de keizer. Ernstige conflicten braken pas echt uit toen de economische situatie in West-Friesland verslechterde door landverlies.