Gravure van haringbuizen op zee uit omstreeks 1725.Gravure van haringbuizen op zee uit omstreeks 1725. Enkhuizen was toen de belangrijkste havenstad voor de haringvisserij. In het wapen van de stad zijn drie haringen afgebeeld. In de 17de eeuw behoorden 250 tot 300 haringbuizen tot de Enkhuizer vloot; in totaal telde de Republiek zo'n 600 haringbuizen. De buizen visten in de Noordzee en behoorden daarom tot de zogenaamde ‘grote visserij’. (WFM)

In deze tijd overvleugelde Vlaardingen Enkhuizen als belangrijkste haringcentrum van ons land. De haringvisserij was zowel voor Enkhuizen als voor enkele Westfriese dorpen – vooral Venhuizen, Broekerhaven en Oosterleek – meer dan een eeuw van groot belang geweest, maar daarvan was in de achttiende eeuw weinig meer te merken.
Foto uit 1926 van Jaap Edam, Willem Vink en Klaas de Hart, vissers uit Scharwoude.Foto uit 1926 van Jaap Edam, Willem Vink en Klaas de Hart, vissers uit Scharwoude. Langs de kust van de toenmalige Zuiderzee ging men elk voorjaar met kubboten en punters ter haringvangst. De Scharwouder vloot maakte deel uit van de ‘kleine visserij’: de schepen voeren alleen op de Zuiderzee. (D. Schuijtemaker, Grosthuizen)

De VOC (Verenigde Oostindische Compagnie) ontstond in 1602, toen in verschillende steden, waaronder Hoorn en Enkhuizen zogenaamde kamers werden opgericht en registers werden geopend, waarin men voor een aandeel kon intekenen. De compagnie verkreeg een monopolie voor de handel ten oosten van Kaap de Goede Hoop en wordt wel eens de eerste multinational ter wereld genoemd.

Een schoenmaker in de VOC

In Enkhuizen was er opvallend veel belangstelling van kleine aandeelhouders. Zo nam Claas Claasz, schoenmaker uit Hem, een aandeel van driehonderd gulden. Zijn beide zoons Claas en Wouter, beiden ook Hemmer schoenmakers, tekenden in voor honderd gulden en Gerrit Claasz en Jannetje Claas, twee andere kinderen, namen samen een aandeel van vijfentwintig gulden.
Een naam die onverbrekelijk met de VOC is verbonden, is die van Jan Pietersz Coen. Hij werd in Hoorn – de Coenstad – geboren in 1587, hetzelfde jaar als Willem IJsbrandtsz Bontekoe, van wie hij trouwens (aangetrouwde) familie was. Zijn vader was een uit Twisk afkomstige koopman.

Matthias Withoos (1621-1703) schilderde dit stilleven van vissen, vismanden en vistuig.Matthias Withoos (1621-1703) schilderde dit stilleven van vissen, vismanden en vistuig omstreeks 1672. Op de achtergrond is het Hoornse Hop te zien. In de haven laten schepen hun zeilen drogen en spoelen vrouwen hun was in het water. (ZZM)