Na afloop moest hij nog voor het ritje betalen ook. Het stadsbestuur greep in en verbood de remonstranten in 1618 om nog langer kerkdiensten te houden. Daar trokken zij zich weinig van aan; er werden diensten gehouden in schuilkerken, zoals in Alkmaar aan het Fnidsen. De kerk bestaat nog steeds, evenals de remonstrantse gemeente van Hoorn. In Hoorn werd Cornelis Wiggertsz door de Staten van Holland uit zijn ambt ontslagen, maar Wiggertsz zette zijn werk gewoon voort, onder bescherming van het stadsbestuur. Tot zijn dood in 1628 bleef hij in Hoorn huissamenkomsten houden. Tegenstanders maakten hem uit voor de veroorzaker van ‘de grootste tumulten in de Hollandse kerken’. Stadhouder prins Maurits, die de zijde van de ‘preciezen’ had gekozen, kwam in 1617 naar Hoorn om regenten met ‘rekkelijke’ sympathieën te vervangen. Op 5 oktober 1618 werden twaalf van de twintig leden van de vroedschap afgezet. Er werd een strenge predikant uit Medemblik geïnstalleerd, maar niemand kwam luisteren. Hoorn bleef gematigd.

Op 29 september 1907 vond de eerste openbare godsdienstoefening plaats in het klooster aan het Paadje te Nieuwe Niedorp.Op 29 september 1907 vond de eerste openbare godsdienstoefening plaats in het klooster aan het Paadje te Nieuwe Niedorp. Aan het klooster is een kerk met 250 plaatsen gebouwd. Het klooster was oorspronkelijk bestemd voor de Paters Francisanen, ook wel Bruine Paters of Minderbroeders genoemd. Ook de latere bewoonsters, de Clarissen, leefden volgens de regel van Franciscus van Assisi. Het dagelijks koorgebed speelt in het leven van de zusters een dominante rol. In 1994 werd het klooster door het bisdom Haarlem in gebruik genomen als opleidingscentrum voor buitenlandse priesters. (Zr. A. Blijlevens, Nieuwe Niedorp)

Het einde der tijden

Toen in 1822 Jan Mazereeuw met zijn schuit terugkeerde van de botermarkt in Medemblik, zag hij, naar hij later verklaarde, in een visioen de Here Jezus. Het einde der tijden zou nabij zijn en Mazereeuw kreeg de opdracht Christus' tweede komst voor te bereiden, zoals Johannes de Doper dat eertijds had gedaan. Mazereeuw zag zich als de laatste grote profeet, buiten elk kerkverband. Zijn boetepredikaties en ‘Wee U's’ maakten diepe indruk op de bevolking. In Opperdoes kreeg hij ongeveer vijftig aanhangers, 130 in Andijk, veertig in Enkhuizen en tien in Medemblik. Op zijn begrafenis in 1855 in Opperdoes verdrongen velen zich in de verwachting dat hij zou verrijzen. Tevergeefs.

Verklede priesters

In De Streek, tussen Hoorn en Enkhuizen, hadden Sonoy en zijn Geuzen aanvankelijk elke katholieke zielzorg onmogelijk gemaakt. Pas vanaf 1583 kwamen via Broekerhaven de eerste rondtrekkende priesters aan, verkleed als bootsgezel of bootsman. De trouw gebleven gelovigen brachten ‘broedergeld’ op om de kerkelijke gemeente te onderhouden. Zo ontstonden weer vaste preekplaatsen in Bovenkarspel, Lutjebroek en Grootebroek. Alleen Hoogkarspel werd gedeeltelijk protestants. De protestantse schout van Grootebroek behoorde op te treden tegen ‘Paepsche’ bijeenkomsten, maar slaagde hierin niet bepaald. In 1610 meldde hij dat de meeste magistraten ‘koppig papistisch’ waren, maar dat hij niet zo streng optrad als hij wel zou wensen omdat: ‘de nature van het vollick sullix qualycken soude connen verdragen’.
In 't Veld was een gemeenschap van ‘klopjes’ werkzaam, vrome vrouwen die de rondtrekkende priesters assisteerden en de trouwe kudde waarschuwde voor gevaren.

Dominee Broekema was de laatste dominee die in de pastorie woonde van de Nederlandse Hervormde kerk uit 1870.Dominee Broekema was de laatste dominee die in de pastorie woonde van de Nederlandse Hervormde kerk uit 1870 aan de Middenweg te Heerhugowaard. Samen met zijn grote gezin vormde hij een zangkoor, dat regelmatig concerten gaf in omliggende gemeenten. In 1924 vertrok Broekema naar Texel en werd de pastorie dokterswoning. (C. Modder, Aartswoud)