Drie jaar eerder was op Het Weeltje aan de Westersingel een joodse begraafplaats ingericht. In 1860 telde de joodse gemeenschap in Hoorn 438 leden. In 1941 was dit aantal teruggelopen tot 35. De meesten werden slachtoffer van het nazisme. De vervallen synagoge werd in 1953 gesloopt.
De joodse gemeenten in Enkhuizen en Medemblik waren veel bescheidener. In 1711 werd de Medemblikker koopman Eleaser Jakobson door de stad voorgedragen als muntmeester van West-Friesland. En in 1753 klonk uit de kring van het gilde der textielverkopers een protest door bij het stadsbestuur tegen ‘zakkendragende’ joden en jodinnen die langs de deuren lopen te venten. In 1780 vroeg slager Hartog Nathan uit Medemblik om vrijstelling van belasting op de verkoop van vlees op Wieringen en het omringende platteland. Dat was dezelfde Nathan die in 1808 een stevige bijdrage leverde aan de bouw van de Medemblikker synagoge aan het Achterom. De joodse middenstand was sterk afhankelijk van de marinewerf. Dit bleek vooral nadat de werf in 1828 was overgeplaatst naar Den Helder. Ook de meeste joodse handelaars vertrokken. In 1926 werd hun synagoge verkocht.

De held van Lutjebroek

Tussen 1860 en 1870 gaven 150 Westfriese jonge jongens gehoor aan de oproep van paus Pius IX om hem als zouaven bij te staan in zijn strijd tegen de zich vormende Italiaanse eenheidsstaat. De paus was namelijk nog altijd traditioneel staatshoofd van de Kerkelijke Staat, die grofweg heel Midden-Italië omvatte.
Omstreeks 1860 was Italië een lappendeken van staatjes, waarvan de Kerkelijke Staat de grootste was.Omstreeks 1860 was Italië een lappendeken van staatjes, waarvan de Kerkelijke Staat de grootste was. Dat dreigde echter te veranderen omdat een nationalistische beweging zich inspande van Italië één verenigd koninkrijk te maken. In 1864 deed paus Pius IX daarom een oproep aan katholieken in alle landen om de Kerkelijke Staatte redden. Vele Westfriezen, onder wie Jac. Keet, bakker te Schagen, trokken naar Italië. Trots poseert deze zouaaf (beschermer van de paus) voor de fotograaf. Ook hij kon niet voorkomen dat de paus genoegen moest nemen met een klein gebied rond de Sint Pieter te Rome: Vaticaanstad, die in 1929 soeverein werd. (HVS)

Nederland was met ongeveer 3000 zouaven koploper in Europa. De bekendste zouaaf was Pieter Jong, een forse tuinderszoon uit Lutjebroek. Hij sneuvelde op 13 oktober 1867 bij de bestorming van Monte Libretti nadat hij met de kolf van zijn geweer veertien tegenstanders had doodgeslagen. Als ‘de held van Lutjebroek’ was hij de hoofdpersoon in een populair leesboekje op de roomskatholieke lagere scholen. Tegen de muur van de kerk te Lutjebroek staat zijn maquette. Daar tegenover bevindt zich het café ‘De Paus’.

Krachtfiguur

Na de val van Napoleon in 1813 en het vertrek van de Franse troepen uit Nederland kreeg de Hervormde Kerk haar oude voorrechten niet meer terug. Alle bestaande kerkgenootschappen ontvingen voortaan gelijke bescherming van de wet.

Volgens de overlevering waren in 1573 de nonnen van het Caeciliaklooster aan de Nieuwsteeg te Hoorn.Volgens de overlevering waren in 1573 de nonnen van het Caeciliaklooster aan de Nieuwsteeg te Hoorn door calvinsten midden in de nacht van hun bed gelicht en per schip de stad uit gestuurd. Pas in de 19de eeuw deden zusters weer officieel hun intrede in de Westfriese steden en dorpen. De nonnen op de foto waren rond 1920 werkzaam in het St. Josefhuis aan het Achterom in Hoorn. (AWG)