Dinsdag 22 april j.l. was het weer tijd voor de jaarlijkse excursie van het Genootschap. Dit maal was de Veluwe ons reisdoel. Zoals bijna gebruikelijk waren de weersomstandigheden die dag prima.

Het is jammer dat vrijwel elk jaar er toch een paar mensen die zich hebben opgegeven, niet komen opdagen. Het dagschema laat niet toe dat we langer dan vijf minuten wachten, vijf over negen is dan ook echt de tijd om te vertrekken. We zullen zien of we de volgende keer de deelnemers nog duidelijker kunnen maken dat ze op tijd moeten zijn of anders een van de commissieleden bellen.

Afijn, zo'n anderhalf uur later zat ons gezelschap aan de koffie met koek in het restaurant van boerderijmuseum De Bovenstreek in Oldebroek. Dit museum was de bestemming voor het ochtendgedeelte van de excursie en het was voor Westfriezen toch om een beetje jaloers op te worden. Een prachtige oude boerderij waarin en waaromheen het Veluws cultuurgoed in al zijn facetten was te bezichtigen. Zou het niet prachtig zijn als er in West-Friesland onder de paraplu van het Genootschap ook zo'n centrale accommodatie zou zijn waar historie en cultuur van de streek kunnen worden bewonderd. Overigens dankzij de inzet van vele vrijwilligers. Wij hebben veel van dat alles in de regio, alleen het is versnipperd over allerlei musea, instellingen, museumboerderijen e.d. Na de koffie kregen we een mondelinge toelichting over het reilen en zeilen van het museum en een beknopte uitleg over de historie van het gebied en met name de plaats Oldebroek.

Daarna kon iedereen op eigen gelegenheid door het museum wandelen en kennis nemen van die zaken en objecten die hem of haar het meest interesseerden. Zowel binnen als buiten het museum was het nodige te zien en het gaf vele bezoekers in ieder geval aanleiding om vergelijkingen te maken met het Westfriese.

Ook de lunch werd geserveerd – hoewel geserveerd is niet helemaal het goede woord want het was een buffet – in het restaurant van het museum en naast het al genoemde gebruikelijke mooie weer was ook gezorgd voor de gebruikelijke kop soep en de legendarische kroket.

Het middagprogramma bestond uit een bezoek aan de schaapskooi van Elspeet waar de herder ons vertelde hoe moeilijk het tegenwoordig is om de exploitatie van een schaapskudde financieel rond te krijgen. Ook hier is sprake van het wegvallen van subsidies. We kregen een korte demonstratie van het kunnen van de hond, die zo weten we nu 5x zo veel kilometers per dag loopt als de herder en die loopt gemiddeld zo'n 8 kilometer per dag. Het was jammer dat die demonstratie tot slechts één enkel “kunstje” beperkt bleef, dat had wel wat langer mogen duren. Veel verbazing was er over het feit dat de schaapskooi midden in het centrum van Elspeet lag, als je van een centrum mag spreken. Bij een schaapskooi denken we toch in eerste instantie aan heidevelden of op z'n minst aan een plek buiten de bebouwing.

Na afscheid van de herder en zijn hond en uiteraard zijn schapen werd het tijd voor een consumptie op het terras in Elspeet. Daar konden nog eens de ervaringen van de dag worden geëvalueerd en de onderlinge contacten worden doorgenomen.

Rond half zes was de bus weer terug in Hoorn en konden we terugzien op een geslaagde dag.

Graag wil ik ook op deze plaats ons reiscommissielid Leny Langedijk en haar echtgenoot Cor bedanken voor de plezierige en enthousiaste wijze waarop zij de afgelopen jaren hebben bijgedragen aan de organisatie van de excursies en de financiële administratie daarvan. Leny en Cor hebben aangegeven dat ze beiden met hun werk voor de commissie willen stoppen.

Namens de reiscommissie

Stan Nuveen