Onderhoud
‘Een hooivijzel heeft veel onderhoud nodig,’ legt Martien Scholten uit Spanbroek uit. De hooivijzel naast zijn huis aan de Toevlucht is een blikvanger en ziet er keurig uit. ‘Dit is al de tweede kap en ook de tweede steunen van de wielen. De kabels heb ik al drie keer vervangen en de ophanging vernieuwd. De veiligheidsbeugels waren verroest. Die heb ik nagetekend, nieuw laten maken en er zelf weer aangezet. Oorspronkelijk was alles van kaal ijzer, nu is het gedeeltelijk gegalvaniseerd. Ik heb de beplating gecoat maar toch roest het er alweer doorheen. Een slecht stuk heb ik vervangen, ‘versteld’ zou je kunnen zeggen. De wielen zijn er al meerdere keren afgehaald, de bouten eraf en dik vet eromheen.’
De hooivijzel is gebouwd in 1953 door de firma Haring in opdracht van Martiens vader Cees. Martien was toen viereneenhalf jaar. ‘De werklieden van de firma sliepen boven in onze nieuwe schuur op stro. Ik weet nog goed dat ik in het gat van de paal keek. Die betonnen palen waren gebracht en lagen langs de weg. Met een roller werden ze naar achter getransporteerd. De palen zetten ze met een driepoot. Een katrol eraan en zo werden ze in de goede stand gehesen. Op de bodem van het gat kwam hout, dan de paal erin en daarna werd er beton gestort.’
Vader Cees was naast veehouder ook contactpersoon voor de firma Haring. Zijn dochter Anneke van Duin-Scholten vertelt: ‘Vader ging langs bij boeren om te vragen of ze interesse hadden in een hooivijzel. Dat heeft hij zeker een aantal jaren gedaan. Regelmatig kwam meneer Roodenburg uit Uitgeest naar ons toe. Vader gaf hem tips en Roodenburg ging erachteraan. Ik weet nog dat hij onder de middag bij ons te gast was.’
De vijzelberg is 5x5 meter en Martien gebruikt hem nog steeds voor hooiopslag. ‘Op de ondergrond lagen takkenbossen die inmiddels vergaan zijn, daarop oude spoorbielzen en daarop houten pallets. Het is nog een hele kunst om de balen in de berg te houden want ze hebben de neiging om naar buiten te komen. Je moet van de buitenkant af werken en een verband leggen. De balen moeten niet tegen de paal aan liggen want dan verrot het hele rijtje. De palen vangen het water op, dat loopt naar beneden en tast de baal aan. Ik zet er dus gaasbakken tussen.’