In Hoorn werden er al in de Middeleeuwen beestenmarkten georganiseerd. Verkopers moesten daarbij rekening houden met een aantal maatregelen van het stadsbestuur. Zo konden de marktlui worden beboet als zij na afloop van zo'n marktdag de straat niet hadden schoongemaakt en opgeruimd. Rond 1765 drukte stadsdrukker Willem Breebaart deze aankondiging. (AWG)
Later voegden Lutjebroek en Hoogkarspel zich daarbij.
Deze steden konden zelf hun eigen bestuur en rechtspraak regelen. Ze mochten ook jaarlijks een grote markt houden. Enkhuizen kreeg het recht voor een jaarmarkt van liefst veertien dagen achtereen. Jaarmarkten trokken behalve allerlei handel aren en kooplieden ook ‘potsenmakers’, die met hun kunsten, grollen en grappen een extraatje probeerden te verdienen. Zo ontstond later de kermis.
Rond 1380 nam de handel op de landen rond de Oostzee toe. De uitvinding van het haringkaken maakte het mogelijk langer op zee te blijven, omdat de vis aan boord beter kon worden bewaard. Grotere vangsten maakten grotere schepen nodig. Dankzij een onbekend gebleven inwoner van Hoorn kon vanaf 1416 met een groter haringnet worden gewerkt.
Gezellige drukte in de Breestraat in Opmeer rond 1900, tijdens de jaarlijkse paardenmarkt. De eerste lammeren- en koeienmarkten vonden in Opmeer al plaats vanaf 1414. De paardenmarkt begon omstreeks 1740, toen handelaren die paarden hadden gekocht in Friesland deze weer verkochten. (C. Mooij, Hoogwoud)
Haringstad Enkhuizen
Medemblik, Hoorn en Enkhuizen bleven groeien. De havens moesten worden vergroot, nieuwe havens werden aangelegd. Vooral Enkhuizen ontwikkelde zich tot een haringstad. Honderden haringbuizen vertrokken elk jaar uit Enkhuizen richting Noordzee. Elke haringbuis telde twaalf tot veertien bemanningsleden. De haring moest, eenmaal aan wal, worden verwerkt, gezouten of gerookt.
Op deze foto van omstreeks 1909 wordt er boelhuis gehouden op het boerenerf van de overleden Cornelis Mol te Venhuizen. De aanwezige boeren hebben grote belangstelling voor de te koop aangeboden landbouwwerktuigen, gereedschap en andere gebruiksvoorwerpen. (AWG)
