De Oud-Westfriese Dansgroep Wijdenes danst op een terrein aan de Molenweg 	in Wijdenes.De Oud-Westfriese Dansgroep Wijdenes danst op een terrein aan de Molenweg in Wijdenes. De dansers worden muzikaal begeleid door de familie Roemer. De dansgroep werd opgericht in 1940. Bij het 40-jarig bestaan van het fanfarekorps Ons Genoegen in dat jaar demonstreerde een groep jongens en meisjes van de gymnastiekvereniging Wilskracht een aantal Westfriese dansen. Dat eerste optreden was zo succesvol, dat er meer demonstraties volgden in Hoorn, Schellinkhout en Venhuizen. Inmiddels is de dansgroep tot ver over de grenzen bekend. (AWG)

Al in 1797 had de Bataafse Republiek strijd geleverd met de Engelsen. Een Engelse vloot vernietigde bij Camperduin een groot deel van de Bataafse vloot. Twee jaar later viel een Engels-Russisch leger vanuit zee Noord-Holland binnen. Het Bataafs-Franse leger rukte vanuit Alkmaar op richting Zijpe en tal van schermutselingen volgden. In West-Friesland werd grote schade aangebracht. Inkwartiering, vernielingen door oorlogshandelingen, het vorderen van paarden en het gedwongen verstrekken van voedsel voor mens en dier kostten de mensen handenvol geld. Velen raakten er hun laatste spaarcenten door kwijt.

Westfriezen in dienst van Napoleon

Toen Holland in 1810 bij Frankrijk werd ingelijfd, werden jongeren verplicht dienst te nemen in het Franse leger. In 1812 ondernam Napoleon zijn veldtocht naar Rusland. Van de 15.000 opgeroepen Nederlandse dienstplichtigen keerden er nog geen duizend terug. Onbekend is hoeveel Westfriezen aan deze desastreuze tocht hebben deelgenomen. Gerrit Kretser uit Langedijk was een van de weinige overlevenden.
Vijftig jaar later, in 1863, toen in heel Nederland de verlossing van de Franse overheerser groots werd gevierd, was Kretser opnieuw van de partij. In een tilbury reed de inmiddels 75-jarige mee in de optocht door de Langedijker dorpen.

Verhef de gewone man

Nadat in 1813 de Fransen het land hadden verlaten regeerde Koning Willem I over het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In zijn regeringsperiode werd de Maatschappij van Weldadigheid opgericht om de intense armoede onder de werkloze bevolking op te heffen. In West-Friesland en zeker op het Westfriese platteland viel de armoede overigens mee, vergeleken met andere delen van ons land.
In 1819 werd begonnen met de aanleg van het Noordhollands kanaal, dat van Amsterdam naar Den Helder leidde. De tuinders in Langedijk en omgeving konden hun producten dank zij dit nieuwe kanaal sneller en goedkoper naar de afzetmarkten vervoeren. Op het Westfriese platteland werden steeds meer afdelingen, ‘departementen’, van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen opgericht. De gewone man moest uit zijn dagelijkse zorgen worden ‘verheven’ door hem kennis aan te reiken. Het ‘Nut’ bood boeken en geschriften op godsdienstig, zedelijk en natuurkundig terrein en er werden lezingen georganiseerd. Wognum kreeg in 1820 zijn departement. In dat jaar werd ook besloten tot oprichting van een leesbibliotheek in Wognum, ‘en wel ten huize van Klaas Raat Vrijdags om de veertien dagen 's avonds van 6 tot 7 uur’, vermeldt het notulenboek van het departement Wognum.

In mei 1885 werd door dokter G.C. van Balen Blanken uit Spanbroek de Nederlandse Kolfbond opgericht.In mei 1885 werd door dokter G.C. van Balen Blanken uit Spanbroek de Nederlandse Kolfbond opgericht. Het kolven is afgeleid van ‘colven’ in het open veld, dat al plaatsvond vóór 1700. Na 1800 werd het kolfspel steeds meer een zaalsport. Er wordt gespeeld op een baan met een lengte van 17 meter en 5 meter breed, waarop twee palen staan. Deze palen spelen een belangrijke rol bij de puntentelling. Op de foto uit 1930 geeft Van Balen Blanken een demonstratie op een verkleinde baan. (AWG)