Toen door de drooglegging van de meren het weidegebied rond Purmerend zich explosief had uitgebreid, en de zuivelbereiding en de tuinbouw tot ontwikkeling waren gekomen, kreeg de dinsdagse weekmarkt – die al van 1484 dateert – het veelzijdige karakter dat dit stadje tot diep in de twintigste eeuw heeft behouden. Omstreeks 1640 werd de stad zelfs om die reden uitgelegd.
Purmerend herbergde jarenlang de grootste veemarkt van Noord-Holland en was de pleisterplaats voor duizenden boeren uit Waterland, Zeevang en oostelijk West-Friesland. Groot en klein vee in diverse soorten, dat vanuit de nieuwe polders door ‘drijvers’ werd aangevoerd of per veeboot(je) vanuit het waterige oude land.
Purmerend & Haga was rond 1900 een nationaal bekende werkplaats voor aardewerk, opgericht door E. Estié en de erven Brantjes. De firma was een voortzetting van een cementfabriek. In de jaren 1906-1907 had de bekende keramist C.J. Lanooy (1881-1948) de artistieke leiding. Na zijn vertrek werd Purmerend & Haga overgenomen door Amstelhoek uit Amsterdam. (PM)
Nieuw land, nieuwe buren
In de eeuw na 1550 hebben 40.000 hectare landerijen de plaats ingenomen van een honderdtal meren en kwelders. Deze gedaanteverandering van Noord-Holland begon na enkele kleine droogmakerijen rondom Alkmaar en de Brake bij Medemblik eerst goed met de bedijking van de Zijpe, het prestigeproject van kunstenaar-architect Jan van Scorel. Keizer Karel V had het octrooi verleend; op de beurs van Antwerpen had de bedijker zich van de financiële steun verzekerd van Servaes de Haese en andere Vlaamse kooplieden. Op 24 mei 1552 stak daarop de schout van Schagen, geassisteerd door twaalf helpers, de eerste spa in de grond: startsein voor de bouw van de eerste wierdijk buiten de Westfriese Omringdijk. Maar het vlotte niet erg met de werkzaamheden, want Jan van Scorel was allesbehalve een organisator.