Een week lang verbleef tsaar Peter de Grote in 1697 in Zaandam.Een week lang verbleef tsaar Peter de Grote in 1697 in Zaandam in het eenvoudige huisje van de smidsknecht Gerrit Kist. Het huisje stond op het Krimp vlakbij de havens en scheepstimmerwerven van West-Zaandam. In die week werkte Peter onder meer op de scheepswerf van Rogge. Bij een tweede bezoek van de tsaar aan Zaandam – in 1717 – beklaagde Gerrit Kist zich. Hij vond dat de tsaar twintig jaar eerder wel heel weinig had betaald voor de kost en inwoning. Naar verluidt heeft Peter de man alsnog gegeven, waar hij recht op had. (ZZM)

Straffen niet mals

Hoe breed de sloot ook was geworden, al het uitgeslagen Beemsterwater kon ze niet bevatten. Het oude land dreigde te verdrinken in het water dat door 42 grote schepradmolens, ontworpen door Jan Adriaansz Leeghwater uit De Rijp, uit de ‘diep gekelderde’ nieuwe polder werd gepompt. Eerst toen er in 1795 een einde kwam aan de voorrechten van de regenten die in de Beemster en andere droogmakerijen de scepter zwaaiden, werd door een krachtiger centrale overheid opgetreden tegen het onbeperkt uitmalen van polderwater. Als er voortaan een bepaald peil was bereikt, moesten de molenaars hun molens stilleggen. En de straffen op nalatigheid waren niet mals: 25 gulden boete voor de molenaar, op een jaarsalaris van 80...
Wie evenwel bekend is met de Noordhollandse waterstaat weet, dat Beets nog in de jaren vijftig ieder najaar wateroverlast had. Zelfs na de aanleg van twee grote gemalen, in Zaandam (1967) en de ‘Helsdeur’ in Den Helder (1973), kwam Beets geregeld in het nieuws over watersnood. Een zware damwand moet dit probleem voortaan verhelpen. Zeker plaatselijk.

Zaandam was een echte arbeidersstad.Zaandam was een echte arbeidersstad: een groot deel van de Zaanse bevolking was aan het begin van de 20ste eeuw socialist; een veel groter deel dan in andere Nederlandse steden. Het was dan ook niet verwonderlijk, dat Zaandam in 1914 de eerste gemeente in Nederland was met een burgemeester van de SDAP: Klaas ter Laan. Op de foto het Volkspark rond 1900. (C. Modder, Aartswoud)

‘Om baet”

De hierboven genoemde bewonderaar van de Zijpse inpoldering, Dirck Valcooch, had heel goed begrepen waarom de Heren de kwelders hadden bedijkt, verkaveld en ingericht. Alles was, zoals hij het in 1599 in zijn ‘Chronyck van de Sype’ uitdrukte, gebeurd ‘om baet’. Om er beter van te worden. En hoewel de bepalingen van Uitwaterende Sluizen na 1611 steeds strenger werden, gingen de inpolderingen gewoon door. Vanwege de te verwachten winsten. Maar hoe vaak liep het anders, vooral als de gronden niet aan de verwachtingen voldeden of de conjunctuur omsloeg, zoals na 1650.
Wat de bedijkers er voor over hadden, is bekend gebleven van de Schermer in 1632. De kosten à raison van vier miljoen gulden bestonden uit de aanleg en het onderhoud van 52 zware achtkante watermolens, 46 bruggen en 39 duikers, verlaten (schutsluisjes) en beschoeiingen, 31 kilometer ringsloot en ringdijk. Verder hadden ze te zorgen voor uitwatering naar zuid en noord. Het ging om de Nauernasche vaart met een stenen schutsluis van acht deuren te Nauerna en de vaart van Alkmaar naar de Zijpe, plus nog twee zware bruggen bij Schoorldam en Krabbendam. Ook dienden de bedijkers te zorgen voor twee kerken, een pastorie, twee schoolhuizen en contributie (te betalen aan Uitwaterende Sluizen als bijdrage in het boezembeheer en dito aan het hoogheemraadschap van de Hondsbossche en Duinen tot Petten, aangezien dit de Hondsbossche Zeewering onderhield).

De Oostzijde, in Zaamdam omstreeks 1905.De Oostzijde, in Zaamdam omstreeks 1905. (C. Modder, Aartswoud)