Jacob van Ruysdael (1628-1682) schilderde omstreeks 1670 dit gezicht op Alkmaar.Jacob van Ruysdael (1628-1682) schilderde omstreeks 1670 dit gezicht op Alkmaar. Een uniek kenmerk van deze Haarlemmer kunstenaar is de plaats vanwaar hij het schilderij componeerde: de hoge duintoppen. (Museum of Fine Arts, Boston)

Alkmaar, dat zich beriep op de oudste marktrechten (1132), hinderde zoveel mogelijk de Westfriese schippers, die rechtstreeks wilden handelen met Amsterdam en Haarlem. Verbindingsvaarten werden niet geschoond, de te nemen overtomen werden door de stad bewust klein gehouden, de bruggen met opzet laag.
De positie van Alkmaar als de meest dominante buur van West-Friesland leek gewaarborgd. Hoorn daarentegen slaagde er maar niet in een open verbinding tot stand te brengen tussen de ringsloot van de Beemster en de wateren van de Veenhoop, tussen Berkhout en Beets. Maar Hoorn bezat net als Enkhuizen het voordeel van de ligging aan open water.

Ze kon haar handen niet thuis houden

Guyert Michiels uit Graft maakte zich bij herhaling schuldig aan diefstallen. Ze stal potten en pannen bij haar buurvrouw. Met haar schuitje voer ze van Oost-Graftdijk naar Purmerend en verkocht op de heenreis in Wormerveer langs de huizen een lading wortels die ze onderweg had gestolen. Onverbeterlijk als ze was liet haar man Hans Albertsz haar in 1662 plaatsen in het spinhuis te Alkmaar, een tuchthuis voor vrouwen.

Veemarkt Purmerend

Beide hadden de wereld als buur en bezaten omstreeks 1600 nog een aanzienlijke plaats in de internationale handel. Maar ook hier deed de invloed van Amsterdam zich gelden. In de loop van de zeventiende eeuw gingen de nog zelfstandige Westfriese handelaren meer en meer optreden als vrachtvaarders in opdracht van de Amsterdamse kooplieden. Intussen was ook landelijk Noord-Holland leverancier van de Amstelstad geworden. Tuinders uit De Streek en Langedijk vervoerden hun producten naar Amsterdam met voorbijgaan van Alkmaar. De stad betrok melk, wei en karnemelk uit Waterland, kaas uit Alkmaar, de Beemster, Hoorn en Purmerend. De markt van Purmerend voorzag Amsterdam van vlees en vis: paling uit de Zuiderzee en eertijds de vele Waterlandse plassen.

Het 18de-eeuwse stadsbeeld van Alkmaar werd gedomineerd door de industriemolens aan het Zeglis en de Grote Kerk.Het 18de-eeuwse stadsbeeld van Alkmaar werd gedomineerd door de industriemolens aan het Zeglis en de Grote Kerk. De naam Zeglis, tegenwoordig een straat in Alkmaar, is waarschijnlijk afgeleid van zegge, een soort gras. De maker van dit schilderij is onbekend. (SMA)