In de mooiste kleren

Westfriese kunstenaars droegen bij aan de bloei van de Nederlandse schilderkunst, voornamelijk op het gebied van het portretteren. In Hoorn werkte de in Medemblik geboren havenmeesters zoon Jan Albertsz Rotius (1624-1666). Hij was zeer productief, werd vooral bekend door zijn groepsportretten van de Hoornse schutterij, maar hij maakte ook veel privéportretten van mannen, vrouwen en kinderen, voornamelijk leden van in de handel rijk geworden families die zich graag in hun mooiste kleren lieten vereeuwigen. Hun ‘zondagspak’ was meestal in overeenstemming met de mode zoals die in de grote stad gedragen werd. In Enkhuizen gaven sommige inwoners duidelijk de voorkeur aan de meer traditionele klederdracht: haringkoper Slijper en zijn vrouw bijvoorbeeld, in 1616 in dit kostuum geportretteerd door Jan Claesz, ‘de meester van de Enkhuizer kinderportretten’. Deze mogelijk in Enkhuizen geboren schilder staat aan het begin van een traditie die de Nederlandse portretkunst een Westfries tintje heeft gegeven: in 1609 schilderde hij een vijfjarige jongen met paard, een portrettype dat onder anderen door Jacob Waben in Hoorn (1626) en Herman Doncker (1646) werd nagevolgd. Over Doncker is weinig bekend. Zeker is dat hij van 1641 tot 1646 in Enkhuizen werkzaam was.
Welgestelde inwoners van de Westfriese steden lieten zich portretteren.Welgestelde inwoners van de Westfriese steden lieten zich portretteren. Zo ook in 1595 Reynu Meynertsdochter Semeyns uit Enkhuizen. Haar tweede echtgenoot was de bekende Enkhuizer ontdekkingsreiziger Jan Huygen van Linschoten. Van hem maakte de schilder Jan Claesz, die tussen 1593 en 1618 werkte, ook een schilderij. Dat portret is echter verloren gegaan. (PC)

Christelijke levensles

Er wordt door de geportretteerden niet gelachen. Ze presenteren zich aan de toeschouwer als geslaagd koopman, streng magistraat, deugdzaam echtgen(o)t(e) of lief kind.
De kunst moest – in het algemeen gezegd – leren en vermaken, dat wil zeggen: op aangename, stijlvolle wijze een christelijke levensles leren. Daarbij kon de geleerde kunstenaar – dat was het ideaal – beschikken over een eindeloze reeks beelden, ontleend aan onder meer de bijbel, literatuur en dagelijks leven, variërend van eenvoudig tot tamelijk verrassend: een bijbel op tafel bijvoorbeeld wees op godsdienstigheid, een ruïne op vergankelijkheid, een klimop om een boomstam op trouw, een slakje of schildpad op het in huis zijn van de vrouw.
De bekende Hoornse schilder Jan Albertsz Rotius (1624-1666) maakte dit schilderij van Gerrit Cronenburg.De bekende Hoornse schilder Jan Albertsz Rotius (1624-1666) maakte dit schilderij van Gerrit Cronenburg, die onder meer regent van het Enkhuizer weeshuis was. Cronenburg overleed voordat het doek klaar was en de kosten waren voor het weeshuis. (PC)

Verleidingen

De Alkmaarse schilder Caesar van Everdingen (1617-1678) ging er vanuit dat ook scheepsvolk weet had van de wijze waarop een levensles geleerd werd. In 1667 beschilderde hij een kerkscheepje, een model van het schip van admiraal Michiel de Ruyter, De Zeven Provinciën, dat als herinnering aan diens geslaagde tocht naar Chatham, in de Grote Kerk van Alkmaar werd gehangen. Voor dertig gulden schilderde Van Everdingen op de achtersteven een panorama van Alkmaar en vier portretjes, waarvan tot voor kort gedacht werd dat ze admiraals of familieleden van De Ruyter voorstelden. Maar Van Everdingen en de matrozen wisten beter.
Het zijn vier wulps uitziende vrouwen die vier verleidingen vertegenwoordigen: overspel, hoererij, onreinheid en oneerlijkheid, verleidingen waaraan de matrozen niet mochten toegeven; dat kregen ze vaak te horen tijdens de voorlezing uit ‘Groote Christelycke Zeevaert’, een vele malen herdrukte prekenbundel van de Friese predikant Adam Westerman.