De regenten Tijmen Jacobsz, Olphert Bartelsz, Femme Louwesz, Allert Jacobsz, Reiner Louwesz en Jan Pietersz van Wervershoof dachten trouwens in 1460 niet aan daling van het binnendijkse land, maar meenden dat de oorzaak was gelegen in de ‘hoogheid van het buitendijkse land, dat nog dagelijks hoger wordt’. Waterstaatsproblemen werden soms alleen opgelost, soms in samenwerking met andere dorpen, soms moest van hogerhand worden ingegrepen. Zo werd de Bobeldijk op last van Albrecht van Beieren opgeworpen in 1365. Maar soms kwam zelfs van een grafelijk bevel niets terecht. Het graven van de Langereis werd al in 1386 door Albrecht geboden, maar werd pas uitgevoerd in 1458, na een herhaald bevel door Filips van Bourgondië.
In 1929 kreeg Westwoud een nieuwe burgemeester: G.P. Haverkamp. Hij werd bij zijn installatie met zijn vrouw in een open rijtuig door het dorp gereden. Haverkamp bleef er burgemeester tot 1954. Zoals veel burgemeesters bekleedde hij vele nevenfuncties; hij was onder meer directeur van de Spaarbank Westwoud. (A.A.G. Smit, Wognum)
De daling van het maaiveld bereikte omstreeks 1500 een kritiek punt. Zelfs bij eb was directe waterlozing op zee moeilijk geworden. Het polderwater liep daardoor soms zelfs over de kruinen van wegen en binnendijken. Landerijen werden zo drassig dat akkerbouw haast onmogelijk werd. Ook de grafelijke schatkist merkte hiervan de gevolgen door een scherpe daling van de tienden. In de loop van de 15de eeuw werd daarom het polderbestuur strakker georganiseerd. Zo werd voor Het Grootslag in 1423 door hertog Jan van Beieren een college van dijkgraaf en heemraden ingesteld dat verordeningen mocht uitvaardigen en de staat van onderhoud van dijken en sloten inspecteerde. De burgemeesters van de dorpen in de Houterpolder bij Hoogkarspel namen zelf maatregelen.
Burgemeester A. Visser van Nieuwe Niedorp staat samen met zijn sintbernardshond voor de smederij van Ewoud Schild. Visser werd burgemeester in 1926. Behalve burgemeester was hij ook secretaris van de ijsvereniging, 't Nut en het Witte Kruis. (A. Wit, Nieuwe Niedorp)
Zij maakten in 1499 bindende afspraken over het onderhoud van de Venhuizer Buurt, de Hout en de Blokdijk. Deze wegen en dijken scheidden de Houterpolder van de polders Venhuizen-Hem, Wijdenes-Oosterleek en Schellinkhout.
Uiteindelijk kon alleen een technische oplossing de problemen met de afwatering oplossen. Deze werd gevonden in de vorm van watermolens. Bij veel dorpsbesturen leidde deze uitvinding tot het onnodig najagen van eigenbelang. Benningbroek en Midwoud bouwden omstreeks 1535 eigen watermolens na zich eerst door dijkjes van omliggende dorpen te hebben afgesloten.
Op 23 maart 1926 werd Jacob Koster (zittend derde van rechts) als burgemeester van de toen nog zelfstandige gemeente Winkel geïnstalleerd. In de kleine raadzaal zijn de wethouders en raadsleden, alsmede belangstellenden bijeen om deze gebeurtenis te vieren. Rechts van Koster zijn vrouw, G. Koster-Eriks. (A. Wit, Nieuwe Niedorp)