De gebeurtenissen werden in een gedicht van zes bladzijden vastgelegd:

Helaas wat is de boosheid groot,
Door Satans list bedreven,
Pieter Boots, deez' moordenaar,
Bragt een meisje om het leven.
Een kind van ruim zestien jaar,
Ja vrienden hoort zowaar,
Een kind van ruim zestien jaar
Bragt hij onschuldig om het leven,
Gelijk men hier vindt beschreven.

In 1854 werden lijfstraffen afgeschaft, in 1870 tenslotte ook de doodstraf. Het rechtsstelsel kende voortaan behalve boeten alleen nog vrijheidsstraffen. Er moesten daarom grotere gevangenissen komen. De oude VOC-gebouwen op het Oostereiland te Hoorn werden omgebouwd tot ‘Huis van Correctie’, in de volksmond ‘Krententuin’ genoemd.
In 1928 werd Willem Zimmerman (rechts) burgemeester van Enkhuizen.In 1928 werd Willem Zimmerman (rechts) burgemeester van Enkhuizen. Bij zijn aankomst op het station werd hij door wethouder De Vos welkom geheten. Tot 1931 is hij burgemeester van de stad geweest. Het hoogtepunt van zijn korte ambtsperiode was de Zuiderzee Visserijtentoonstelling van 1930, toen duizenden Nederlanders, onder wie de koninklijke familie, Enkhuizen bezochten. Deze expositie was een eerste aanzet tot de oprichting van het Zuiderzeemuseum. (AWG)

De beruchte Klaas Boes heeft zijn levenslange gevangenisstraf in de Alkmaarse gevangenis uitgezeten. Hij was de dader van een dubbele moord in Schagen in 1894, waarover ook diverse liedjes zijn uitgegeven.

Meer democratie

De Fransen waren in 1795 als bevrijders binnengehaald. De stemming was echter al snel omgeslagen. In december 1813 werd het Franse juk eindelijk afgeworpen. Het Koninkrijk der Nederlanden ontstond, met aan het hoofd de oudste zoon van de laatste stadhouder Willem V.
Koning Willem I nam veel Franse wetten over. Hij handhaafde bijvoorbeeld de in 1811 ingevoerde rechterlijke organisatie. Aan de plaatselijke overheden werd meer versleuteld. Dorpen en heerlijkheden heetten sinds 1814 weer ‘gemeente’. Enkele grote plaatsen mochten zich weer ‘stad’ noemen, maar de inhoudelijke verschillen tussen beide bestuursvormen waren klein. Raadsleden werden in plattelandsgemeenten door het Provinciaal Bestuur te Haarlem benoemd. In de steden formeerde een speciaal kiescollege een voordracht, die aan de koning werd voorgelegd.
Na een grote brand in 1750 moest Grootebroek een nieuw raadhuis bouwen.Na een grote brand in 1750 moest Grootebroek een nieuw raadhuis bouwen. Dit nieuwe gebouw straalde de macht en rijkdom van Grootebroek uit. In 1930 werd het gesloopt. (HVOS)

Een meer democratische gang van zaken kwam er pas na de grondwetsherziening van 1848, in 1851 gevolgd door de Gemeentewet. Sindsdien kent ons land alleen nog gemeenten. De vanouds belangrijkste taak, het plaatselijk polderbestuur, werd de gemeentebesturen echter afgenomen. In de loop van de 19de eeuw kreeg elke Westfriese polder een zelfstandig functionerend college van dijkgraaf en heemraden. Die bestonden tot dan toe alleen in de droogmakerijen.

Eerste vrouwelijke raadslid

Sinds 1852 worden de gemeenteraden rechtstreeks door de bevolking gekozen. Stemrecht voor de Tweede Kamer-verkiezingen was eerst nog voorbehouden aan mannelijke ingezetenen die meer dan een bepaald bedrag aan belastingen betaalden. Voor Hoorn was dit bijvoorbeeld ƒ 32, voor Alkmaar ƒ 40. Deze zogenoemde ‘census’ was zo hoog dat slechts een kleine minderheid (11%) van de bevolking mocht stemmen.
De landelijke verkiezingen vonden lange tijd plaats volgens een districtenstelsel. West-Friesland was in het parlement vertegenwoordigd door de districten Hoorn en Alkmaar. Politieke partijen ontstonden pas na 1880, aanvankelijk in de vorm van protestbewegingen. Protestanten en katholieken eisten staatssubsidies voor hun scholen, arbeiders en vrouwen verlangden algemeen kiesrecht. Door de Kieswet (1917) en de Lager Onderwijswet (1920) werden deze twee belangrijke strijdpunten opgelost. Vrouwen en politieke partijen deden ook in de Westfriese gemeenteraden hun intrede. In Avenhorn was J.E. Prins-Ekema in 1919 het eerste vrouwelijke raadslid.