François Maelson was net als Paludanus stadsgeneesheer van Enkhuizen.François Maelson was net als Paludanus stadsgeneesheer van Enkhuizen. Hij is beroemd geworden door zijn bemoeienis in de lokale en regionale politiek. Ook was Maelson betrokken bij diverse scheepvaartexpedities. Zo financierde hij de twee expedities van Jan Huygen van Linschoten naar het Noordpoolgebied. (ZZM)

Van beide atlassen verschenen vertalingen in het Frans, Duits, Engels en Latijn. Beide zouden ze model staan voor vele zeventiendeen achttiende-eeuwse atlassen. In Engeland was Waghenaers werk zo bekend dat men daar over een zeemansgids ging spreken als over een ‘Waggoner’. Een nieuwigheid van de Thresoor was de aandacht die Waghenaer aan Indië wijdde. Een hoofdstukje heette ‘Van alle den handel van Coopmanschap die in Indien gheschiet ende wat avonturen in deze landen ghebeuren: Geschreven uit den mond van Dirck Gerritsz. (Dirk Pomp) die daer vierentwintich Iaeren verkeert ende ghehandelt heeft, over gheheel Indien’. Pomp zelf was geen schrijver. In Enkhuizen, waar hij al snel de bijnaam Dirk China kreeg, wierp hij zich met zijn in Indië vergaarde kapitaal op de handel op Portugal en de Oostzee. In 1598 zou hij er weer op uittrekken en wel met de ongelukkige expeditie van Mahu en De Cordes vanuit Rotterdam, die door Straat Magelhaen zou zeilen. In Paludanus’ gastenboek staat een aantekening van Van Linschoten uit 1594: ‘Suffrir pour parvenir’ (een mens moet heel wat doorstaan om zijn doel te bereiken). Zijn Itinerario steunt deels op mededelingen van Paludanus. Van deze laatste nam hij vooral opmerkingen over betreffende planten en kruiden en de medicinale toepassing daarvan. Omdat Van Linschoten ook de zwakke plekken in de Spaanse en Portugese posities aangaf, zal het werk zeker een stimulans zijn geweest bij de inititatieven van de zogenaamde Voorcompagnieën, de voorlopers van de VOC.

Gevelsteen met het familiewapen van Maelson, dat tegenwoordig aan een zijgevel van het Peperhuis hangt.Gevelsteen met het familiewapen van Maelson, dat tegenwoordig aan een zijgevel van het Peperhuis hangt. (ZZM)

François Maelson (1538-1601) Pensionaris van West-Friesland

François Maelson speelde een belangrijke rol in het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Hij was de zoon van Pieter Maekschoon, wiens (bij)naam hij wijzigde. In 1563 werd hij benoemd tot stadsgeneesheer van zijn geboorteplaats Enkhuizen. Hij begon met een wedde van 42 gulden per jaar en wist zich op te werken tot een rijk en invloedrijk man. Al in 1572 liet hij zijn vak voor wat het was en wijdde zich geheel aan de plaatselijke en vooral ook landelijke politiek. Achtereenvolgens was hij pensionaris van de stad Enkhuizen, lid van het college van Gecommitteerde Raden van West-Friesland, Raad van Prins Willem van Oranje en Raad van Prins Maurits. En pensionaris van West-Friesland. Hij ontpopte zich als een belangrijk diplomaat, die veel heeft betekend voor het handhaven van de zelfstandigheid van de regio, het behoud van de afzonderlijke positie in het gewest Holland. Als pensionaris van Enkhuizen speelde hij een belangrijke rol in de Staten van Holland. Later voerde hij als Raad van Prins Maurits diverse diplomatieke missies uit in binnen- en buitenland.

De gevelsteen sierde tot 1892 de kosterswoning van de doopsgezinde kerk aan het Venedie in Enkhuizen.De gevelsteen sierde tot 1892 de kosterswoning van de doopsgezinde kerk aan het Venedie in Enkhuizen. Het pandje zou het woonhuis van Maelson zijn geweest. (ZZM)

Maelson werd waarschijnlijk in 1589 benoemd tot raadsheer van de heerlijkheden en de landen van West-Friesland. Dat gebeurde nadat de Westfriese steden Hoorn, Enkhuizen en Medemblik onderling een akkoord hadden gesloten tot wederzijdse bijstand. Dat akkoord had te maken met een afspraak dat in 1589 de muntslag vanuit West-Friesland zou worden verplaatst naar Alkmaar. De Westfriese steden verzetten zich later tegen deze afspraak. Met succes. Mede dankzij de bemoeienis van François Maelson won West-Friesland de strijd om de munt voor het Noorderkwartier.
Behalve in zijn geboorteplaats Enkhuizen is in Hoorn een straat naar hem vernoemd. Maelson kwam dikwijls in Hoorn. Als lid van Gecommitteerde Raden van West-Friesland vergaderde hij in deze stad. Het college van Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier, zoals de volledige naam enige tijd luidde, was het eigen bestuurscollege in het Noorderkwartier. In deze naam komt de afzonderlijke positie tot uiting die de Westfriezen blijvend wilden innemen. François Maelson was een fervent voorvechter van deze positie.
De vermogende Maelson wendde ook veel van zijn geld aan voor de zeevaart. Hij was de drijvende kracht achter zeereizen van Enkhuizers als Jan Huygen van Linschoten. In zijn woonplaats stond hij vooral bekend als een wijs man.