II-5. Een molengang bij Ursem

Klik hier voor een grotere afbeelding.

In West-Friesland stonden in de vorige eeuw alleen al binnen de Omringdijk zo'n 180 watermolens. Daarnaast waren er ook nog vele houtzaagkoren- en andere industriemolens, zodat West-Friesland een echt molenland was. De watermolens zorgden ervoor dat het overtollige water werd weggemalen, vooral uit de verschillende laaggelegen polders.
Deze drie molens bij elkaar vormen samen een zgn. molengang. De eerste molen schept het water (met een houten waterrad) één el op, de volgende weer een el en de derde nog eens een el. Een el is een oude lengtemaat, ongeveer 68 cm. Soms wordt ook wel de lengte van de onderarm genomen, maar die kan natuurlijk per mens nogal verschillen. Zo bij elkaar hadden die drie watermolens een behoorlijke kracht. Nu zijn er van al die molens nog 33 over. Het Poldermuseum 'Den Huygen Dyck', te Heerhugowaard is gehuisvest in het electrisch gemaal dat het oude stoomgemaal heeft vervangen. Vóór die tijd deden molens het werk. O.a. is er een collectie molenmakers- en dijkmakersgereedschap te zien. Het stoomgemaal 'De Vier Noorder Koggen' is in 1984 een museum geworden met nog echt werkende stoommachines.