Klik hier voor een grotere afbeelding.
Al met al was het wel een tijd, waarin de ontwikkelingen erg snel gingen en waarin veel gebeurde. Hele nieuwe werelddelen bleken te bestaan en wie echt wilde, kon daarheen gaan om te werken of op zoek naar avontuur. Een mooi boek over een paar Westfriese jongens, die zo in Indië terecht kwamen, is "De scheepsjongens van Bontekoe" van Johan Fabricius. Het varen naar Indië was een riskante zaak en velen stierven op zee door de slechte omstandigheden aan boord, zoals ondervoeding. Scheurbuik was een gevreesde ziekte, die ontstond door een tekort aan vitaminen, wanneer men door omstandigheden te lang alleen maar scheepsbeschuit kon eten. Ook vonden zeelieden de dood bij schipbreuk door storm of na aanvallen van zeerovers, voor wie de goedgevulde Hollandse schepen wel een buitenkansje moeten zijn geweest. Ook nu nog worden af en toe vergane schepen op de zeebodem teruggevonden. Zo is in 1984 een begin gemaakt met de berging van het VOC-schip "de Risdam" in de buurt van Indonesië. Er waren vele scheepstypes, zoals de pinas (een zwaarbewapende koopvaarder), het fluitschip, het katschip en de Oost-Indiëvaarder.
